homeverkenspeelexperimenteerover NK

In het oog

Het menselijke oog is zo'n 2.5 cm lang en weegt ongeveer 7 gram. Licht valt door het hoornvlies, pupil en lens op het netvlies. De iris, een kringspier die ook de kleur van je oog bepaalt, regelt de grootte van de pupil en daardoor de hoeveelheid licht die het oog binnenkomt. De lens zorgt ervoor dat het beeld scherp op het netvlies valt. Tot zover lijkt het oog nog op een doodgewone camera.

De oogbol is gevuld met glasvocht, een transparante gel die zorgt dat het oog zijn vorm behoudt.  Op het achterste gedeelte van het netvlies bevinden zich staafjes en kegeltjes, lichtgevoelige zenuwcellen. Zes oogspieren (aangedreven door de hersenzenuwen) kunnen het oog naar boven, beneden, links en rechts, omlaag  en in beide richtingen om zijn as laten draaien.

Staafjes en kegeltjes

Op het netvlies bevinden zich twee soorten lichtgevoelige cellen of fotoreceptoren: staafjes en kegeltjes. Ze bevatten licht gevoelige pigmenten die licht absorberen en omzetten in een signaal. Dat signaal wordt doorgeven aan andere neuronen in het oog, die het via de optische zenuwen naar onze hersenen zenden.

Staafjes
De staafjes bevatten slechts één type licht gevoelig pigment. Ze kunnen daarom maar één type informatie doorgeven, namelijk hoeveel licht er is. Daardoor zijn ze het gevoeligst voor veranderingen tussen licht en donker, vorm en beweging. In het donker en schemer, gebruik je hoofdzakelijk je staafjes en kun je geen kleuren zien. Bij daglicht gebruik je de kegeltjes.
Staafjes zijn gevoeliger voor korte golflengtes dan kegeltjes. Je kan dit als volgt testen: doe je ogen dicht en laat ze zo’n tien minuten aan het donker wennen. Kijk zodra je ze weer  open doet naar de stippen hiernaast, je zal de blauwe cirkel  dan als helderder waarnemen dan de rode.

 

Kegeltjes
Er zijn drie type kegeltjes, elk met een ander lichtgevoelig pigment. Die pigmenten reageren op verschillende golflengtes: lang (rood-oranje), middellang (geel - groen) of kort (blauw). De signalen van de kegeltjes  worden verzonden naar de hersenen die deze berichten in de waarneming van kleur vertalen. De kegeltjes werken slechts in helder licht. Dat verklaart waarom je niet goed kleuren kunt zien op donkere plaatsen.

Sommige mensen kunnen zo ie zo geen kleuren onderscheiden - deze mensen zijn kleurenblind. Iemand die kleurenblind is heeft een bepaald type kegel niet of één type kegel kan zwak zijn. Ongeveer 8% van alle mannen en ongeveer 0,5% van alle vrouwen is kleurenblind. Behalve voor kleur, gebruiken we de kegeltjes ook voor het waarnemen van fijne details.

Fovea

Elk oog bezit ongeveer 120 miljoen staafjes en ongeveer 6 miljoen kegeltjes.  Ze zijn weliswaar over het hele netvlies verdeeld maar in het midden bevinden zich per vierkante mm meer cellen dan aan de rand van het netvlies. Je ogen moeten dan ook continu bewegen om al de onderdelen van de omgeving scherp te kunnen zien.

overzicht van hoe de staafjes en kegeltjes over het netvlies zijn verspreid

Het centrale gebied van het netvlies, niet groter dan een speldenknop wordt de Fovea genoemd. Op de Fovea bevinden zich alleen kegeltjes, dichter op elkaar gepakt dan op de rest van het netvlies. Daarom is dit het gebied waarmee je het scherpst kan waarnemen.

Je kan dit testen door je duim voor je te houden, zorg dat je hem scherp ziet. Beweeg je ogen niet en je zult merken dat de omgeving van je duim onscherp is. Probeer bijvoorbeeld de letters op je toetsenbord maar eens te ontcijferen, terwijl je naar je duim blijft kijken.

Blinde vlek

Één gedeelte van het netvlies bevat helemaal geen fotoreceptoren (kegeltjes en staafjes). Dit is onze blinde vlek. Hier verlaat de oogzenuw het oog op weg naar de hersenen. Afbeeldingen die op de blinde vlek vallen worden dan ook  niet gezien.

Geloof je het niet? Test het dan nu

 

Doe een hand voor je linkeroog en kijk met je rechteroog naar de stip. Beweeg langzaam met je hoofd naar voren. Op een gegeven moment verdwijnt het kruis. Dat is op het moment dat het kruis op je blinde vlek valt.

Probeer het omgekeerde: kijk met je linkeroog naar het kruis en zie de stip verdwijnen.

Wanneer de cirkel of kruis verdwijnt zie je geen gat, kennelijk wordt de blinde vlek 'opgevuld' met de achtergrondkleur. Het kan ook anders: kijk met je linkeroog naar de rode stip, nu wordt de blinde vlek opgevuld door het blauw van de balk. Dat gebeurt niet in het oog maar in de hersenen...