Je kan het brein doormidden snijden en dan houd je twee hersenhelften over, een linker- en een rechter hemisfeer. Ze zijn niet precies hetzelfde, elke hemisfeer is gespecialiseerd voor bepaalde functies en doet dus andere dingen. De hemisferen communiceren met elkaar door een dikke zenuwbundel van 200-250 miljoen zenuwbanen: het corpus callosum. Soms wordt die bundel echter doorgesneden.

De rechter- en linkerkant van de hersenen zijn dominant voor andere functies. Bij de meeste mensen is de rechterhelft gespecialiseerd in visuele en ruimtelijke vaardigheden, gezichtsherkenning en muziek, terwijl de linkerkant dominanter is voor analytisch- en logisch denken, rekenen en taal. Dit zijn generalisaties en bij de meeste mensen werken de twee hemisferen samen door de informatie via het corpus callosum uit te wisselen.

Roger Sperry en Michael Gazzaniga, twee neurowetenschappers,  hebben in zogeheten "Gespleten Brein Experimenten"  patiënten bestudeerd bij wie de corpus callosum  was doorgesneden. Na de operatie leken deze mensen heel 'normaal’ –ze konden lopen, lezen, praten, sporten en al de dagelijkse dingen doen zoals voor de operatie. Alleen na zorgvuldige experimenten waarin informatie geïsoleerd aan één hersenhelft werd aangeboden, konden de effecten van de operatie worden vastgesteld.