homeverkenspeelexperimenteerover NK

Kunstenaars en hersenspinsels

Kunstenaars spelen met  hoe onze hersenen hebben geleerd de wereld om ons heen waar te nemen. Vaak laten ze ons dingen zien die vreemd en onlogisch lijken, en indruisen tegen hoe onze hersenen de werkelijkheid hebben leren interpreteren.

Mateusz Herczka maakt zichtbaar wat onze hersenen nooit in het echt hebben kunnen zien.  In een video installatie getiteld 44/13 laat hij voorwerpen die ver weg zijn sneller bewegen dan voorwerpen die zich dicht bij ons bevinden.  Precies het omgekeerde van wat je gewend bent te zien. En daarnaast vervormt hij ook nog eens het  perspectief. Wat normaal over je netvlies voorbij raast staat nu zo goed als stil. Hoe het brein beweging in relatie tot afstand heeft leren interpreteren wordt zodoende ontwricht. Maar het levert ze wel een betoverend tafereel op.
Vanuit de trein filmde Mateusz  Herczka het traject tussen Almere en Lelystad. Daarna bewerkte hij deze beelden met een zogeheten slit scan techniek. Hiermee kun je de tijd ten opzichte van de ruimte vervormen. 

bron fragment: Mateusz Herzkca

Margritte en geheugen

Het is eigenlijk heel raar dat je vanuit een treinraam iemand op het perron toch in zijn geheel blijft zien, terwijl je feitelijk alleen het bovenlichaam waarneemt. In je interpretatie ontbreken niet opeens handen of benen. Je denkt ook niet bewust: dit is een bewegend bovenlichaam met een stukje arm en een paar vingers en een hoofd. Je hersenen maken het beeld dus continu af en vullen daarbij de niet-zichtbare vormen in.

Op het schilderij 'Carte blanche' uit 1965 van René Margritte vormen de bomen de omgeving waardoor een ruiter zich beweegt. Er wordt echter een spel gespeeld met de manier waarop objecten op de voor- en achtergrond elkaar overlappen. We hebben geleerd dat wanneer objecten elkaar overlappen, onze hersenen toch het ontbrekende deel invullen, ook al kunnen we een deel van het object niet zien. Juist door af te wijken van onze verwachting  maakt Margritte ons ervan bewust hoe we kijken.

Leonardo's spel met oogbeweging

Oogbeweging is ook één van de geheimen van de Mona Lisa. Dwaal je met je blik over de afbeelding, dan lijkt ze te lachen. Maar richt je je blik direct op haar mond dan lijkt de glimlach in te krimpen. 

Leonardo da Vinci heeft de stufamato techniek (onscherpe randen en zachte kleurvlakken die in elkaar overlopen) gebruikt om de mond te schilderen. Er werd dan ook aangenomen dat de vage randen van de mondhoeken van Mona Lisa ervoor zorgden dat haar uitdrukking niet eenduidig was en de toeschouwer uitnodigde haar stemming in te vullen. Dat het ook om het blikveld en de oogbeweging gaat, is naar voren gebracht door Margaret Livingstone.

Terwijl we het schilderij afgaan met onze oogbeweging, vangen we afwisselend de mond en de achtergrond in ons centrale blikveld. Zodra de blik op de  achtergrond van het schilderij wordt gericht, is de mond van Mona Lisa alleen uit de ooghoeken te zien. We kunnen vanuit de periferie van ons blikveld alleen de grove vormen van voorwerpen zien. Wat zichtbaar is, zijn dan alleen de grote lijnen van de licht donker/ partijen van het gezicht. En dan lijkt ze te lachen. Wordt de blik vervolgens op de mond gericht dan is de mond weer in al zijn details zichtbaar en is de grijns iets minder groot.

 

bron: Margaret Livingstone (2002)